Advocaat van de Duivel: metakritiek op de dubbele pet

Vorige week (24 september 2021) mocht ik deelnemen aan een panel tijdens een conferentie aan de Universiteit Leiden. Het ging over dubbele petten en onafhankelijkheid, en was – naar ik aanneem – bedoeld om het lopende debat over de petten een stapje verder te brengen. Een goede zaak, dacht ik. Het is de hoogste tijd om dit gepolariseerde thema van wat grijstinten te voorzien.

Hot Stuff the Little Devil.png

Nu is de ophef naar aanleiding van de oratie van Jan Vleggeert alweer bijna een jaar gaande. Binnen fiscale kringen is een levendig (en niet altijd even constructief) gesprek ontstaan rondom de dubbele petten. Hoewel het verhaal van Vleggeert alleen zag op hoogleraren, gaat de bredere discussie eigenlijk over de rol van de belastingadviessector als zodanig. Dit verklaart waarom fiscalisten, die verder niet verbonden zijn aan een universiteit, zich verschrikkelijk opwinden over de oratie. Tegen de achtergrond van de toch al verhitte sentimenten rondom fiscale ethiek en belastingontwijking, wordt de academische maiden speech van Vleggeert opgevat als niet legitieme aanval op de sector zelf. Men voelt zich met andere woorden persoonlijk aangesproken.

Opvallend: dit laatste geldt zoals gezegd ook voor vakbroeders die nog nooit actief iets wetenschappelijks hebben gedaan (zoals een stuk publiceren of een college geven). Misschien laat dit zich verklaren door het feit dat fiscalisten in beginsel academisch geschoold zijn*, en dus weten hoe de Ivoren Toren er van binnen uitziet (althans, warme herinneringen hebben aan hun tijd in de collegebanken). Zij kunnen het verhaal van Vleggeert vaak niet plaatsen, hetgeen het onterechte beeld van een gratuite en vagelijk rancuneuze aanval versterkt.

* Hier de kanttekening dat een goed deel van het fiscale werk in Nederland wordt verricht door belastingspecialisten met een MBO– of HBO-achtergrond.

Saai en gepolariseerd

Dit klinkt allemaal heel spannend. Maar zonder cynisch te willen zijn: de dubbele petten raken als thema wel een beetje sleets. Niet zozeer vanuit maatschappelijk perspectief (de kranten en politici zijn nog steeds geboeid), maar voor de mensen binnen de belastingsector (zeg maar de mensen die weten hoe de hazen lopen). Op gegeven moment gaat het “gezwets” over petten gewoon vervelen, zeker nu concrete oplossingen voor reële vragen over onafhankelijkheid en de kwaliteit van de belastingwetenschap grotendeels uitblijven, en de discussie verwordt tot een ad hominem schaakspel zonder duidelijk speelveld of einddoel.

Tijd voor meer nuances

Tijdens mijn bijdrage heb ik een poging gedaan om wat nuances te introduceren door middel van enkele Duivel-achtige standpunten. Een greep uit de selectie:

  • “Ik ken het leeuwendeel van de 40 (!) dubbelpet-profs persoonlijk, en op een enkele uitzondering na zijn ze best integer. Hier kan ik niet zomaar aan voorbij gaan. En ja, ik snap dat dubbelpetters “de schijn tegen hebben”. Toch moeten we ons tijdens een wetenschappelijke conferentie wel de vraag stellen of dat ook terecht is. Wie stelt, bewijst.”

  • “In de literatuur heb ik er zelf op gewezen dat een dubbele pet het moeilijk maakt om over bepaalde onderwerpen te schrijven. Toch kun je niet van een belastingadviseur/wetenschapper verwachten dat zij het vertrouwen van klanten beschaamt – dat past niet bij de beroepsethiek en is mogelijk strafbaar.”

  • “Dat een dubbelpetter kennis uit de praktijk niet kan delen, is GEEN reden om haar weg te sturen van de universiteit. Sterker, dat is wel het stomste wat je kunt doen: de kennis is dan helemaal weg! De oplossing is een bredere discussie binnen de belastingsector – men moet vertrouwd raken met meer openheid, om de wetenschappers de ruimte te geven.”

  • “Een discussie over de loopbaankeuzes van 40 dubbelpet-hoogleraren is absurd. We moeten kijken naar de belastingwetenschap als geheel. Dus ook de (al dan niet als vrijwilliger werkende) (buiten)promovendi, (gast)docenten, studenten en alle andere mensen die betrokken zijn bij het onderwijs en onderzoek. Het is tijd voor een inclusief (d.w.z. divers) debat, met plaats voor iedereen.”

  • “Inhoudelijke blinde vlekken zijn een risico voor de moderne belastingwetenschap; zie de Toeslagen. Bij de Belastingdienst zijn toen verschrikkelijke dingen gebeurd, maar deze problemen bleven onder de radar van de belastingwetenschap. Dit ‘over het hoofd zien’ van een belangrijk fiscaal thema mag nooit meer gebeuren. Inclusiviteit de oplossing: pluriformiteit van meningen en diversiteit van mensen.”

  • “De hang naar 100% transparantie in het pettendebat streeft zijn doel voorbij. Er zitten 4 journalisten van landelijke bladen in de zaal. Denken jullie nu echt dat ik het achterste van de tong laat zien? Een academische discussie over een onderwerp dat zo gevoelig ligt als petten, kan eenvoudigweg niet plenair gevoerd worden. Pas de Chatham House Rule in vredesnaam toe, dan kunnen we vrijuit spreken, en geef dan desnoods een persconferentie.”

  • “Een enkele pet is geen garantie voor onafhankelijkheid. Zie de enkelpetter die ooit naar een advocatenkantoor hoopt te kunnen gaan, of de enkelpetter die onbewust beïnvloed wordt door existentiële gewetensnood omtrent eigen eerdere bijdrage aan de erosie van de Nederlandse belastinggrondslag.”

Niet alleen formele oplossingen

Gelukkig kwam er nog wel wat harde pushback van Arnold Merkies van het Tax Justice Netwerk. Maar voor het overige leek mijn pleidooi weinig indruk te maken. De reacties bleven uit. Beste lezer, laat ik eerlijk zijn, mijn ego was gekrenkt. Wat kan ik zeggen? Ook een Advocaat van de Duivel heeft gevoelens.

Waar het gaat om de oplossingen voor de pettenproblematiek, ligt de nadruk vaak op de formele aspecten van integriteit. Van het radicale “alle nevenfuncties moeten op de website staan” tot het revolutionaire “promotiecommissies dienen onafhankelijk te zijn”. Tsja, wie kan hier nou tegen zijn? Tijdens de conferentie zelf zijn er uiteraard ook allerlei andere dingen besproken (dit stuk is geen verslag). Maar helaas zijn de hierboven opgesomde punten nauwelijks aangesneden, laat staan uitgediept. Ik vind dat een gemis. Pettenquota’s, verplicht voor- en tegenargumenten noemen, Chinese walls optrekken, moeiende redacties, ‘praktijkhoogleraar’ in plaats van ‘bijzonder hoogleraar’… het is niet genoeg. En voor alle duidelijkheid: dit zijn het soort zaken waar ook ik al jaren voor pleit (meest recentelijk in een interview in het Weekblad fiscaal recht). Het is alleen niet genoeg.

Culture shift cruciaal

Waar ligt dan wel de oplossing? Een bredere, meer holistische blik is in elk geval essentieel. Deze discussie moet over meer gaan dan (slechts) formele maatregelen. Er is een cultuuromslag nodig binnen de belastingwetenschap en de belastingsector, zeker op het punt van diversity en inclusiviteit. Voorts moet er bij de praktijk in brede zin – dat is: zowel de kantoren als de overheid – veel meer ruimte zijn voor de vrijheid van meningsuiting van medewerkers. Het huidige, sterk gepolariseerde, debat onder fiscalisten dreigt anders een obligaat rondje virtue signallen (aan beide kanten) te worden, dat om de zoveel tijd wordt opgevoerd, en dat de maatschappij geen stap verder brengt. Daarom graag een echte uitwisseling van gedachten, gevolgd door concrete acties die direct gericht zijn op het realiseren van een meer inclusieve en diverse belastingwetenschap – dus NIET op het wegjagen van dubbele petten (al zou dat wel een gevolg kunnen zijn van de acties). We moeten op zoek naar common ground. De standpunten van de Advocaat van de Duivel bieden hiervoor aanknopingspunten.

Ik houd mijn hart vast voor het conferentieverslag in Ars Aequi. Ik hoop niet dat ik de geschiedenis inga als een soort ‘useful idiot’ voor de Zuidas.

***

Foto: Kira Laktionov via Flickr.com – onder Creative Commons licentie.

About Anna Gunn

Fiscaliste met de specialisaties EU-belastingrecht en fiscale exotica. Geruime praktijkervaring met fiscale staatssteun.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *